1. Nieuw of tweedehands
Koop je een gloednieuwe auto, dan betaal je een flinke smak belasting: de BPM. Dit is een heffing over de hoeveelheid CO2-uitstoot of over de cataloguswaarde van de auto. Het bedrag kan hoog oplopen. Zodra je de auto hebt gekocht, daalt deze in waarde met het bedrag van belasting en BPM. Het is dus stukken voordeliger om een jonge tweedehandse auto te kopen. Zoek je bijvoorbeeld een audi q5 tweedehands, dan vind je mooie jonge leaseauto’s met maar weinig kilometers op de teller. Relatief is zo’n auto een heel stuk voordeliger dan een gloednieuwe auto.
2. Waardevaste auto’s
We gaan nog even door. Je kiest dus het liefst voor een occasion en niet voor een gloednieuw modelletje. Sommige auto’s verliezen al heel snel hun waarde. Vooral kleinere autootjes hebben veel waardeverlies. Andere zijn een stuk waardevaster. Een VW Golf is bijvoorbeeld zo’n auto die relatief heel langzaam waarde verliest, omdat hij zo gewild is. Dit type auto’s is dus een betere investering en daar kun je dan ook meer geld in investeren. Geen enkele auto is helemaal waardevast: allemaal verliezen ze hun waarde naarmate ze ouder worden.
3. Kort rijden en dan vervangen
Investeren in een auto lukt alleen als je er ook nog iets uit kan halen. Je kunt een auto haast niet met winst verkopen. Wel kun je de waardedaling beperkt houden en de auto dan doorverkopen. Je koopt dan een vervangende auto en doet dat nogmaals. Dit is zeer effectief om de gebruikskosten laag te houden. Het kan alleen als je voldoet aan deze eisen:
- Je rijdt weinig (minder dan 15.000 km per jaar). Anders daalt de waarde van de auto te snel en krijg je te weinig terug als je hem verkoopt.
- Je koopt een goede auto. Hoe ouder de auto, hoe minder dit werkt. Een oude auto mankeert meer, waardoor je sneller naar de garage moet en dus meer kosten maakt die je niet terugverdient.
Je rijdt de auto bij deze methode ongeveer 1-2 jaar en dan verkoop je hem weer voor een iets lagere prijs dan de aankoopprijs. Vervolgens koop je een iets nieuwere auto terug en doe je het nogmaals. Zo kun je rijden voor erg weinig geld.
4. Volledig naar de sloop rijden
Een tweede methode is de auto naar de sloop rijden. Je koopt dan een auto voor een wat kleiner bedrag. De auto is nog goed genoeg om een aantal jaar mee te kunnen, maar is zeker niet jong meer. Moet de auto naar de garage voor onderhoud, dan laat je het minimaal noodzakelijke doen om nog goed en veilig te kunnen rijden. De auto daalt wat sneller in waarde en al snel is het niet meer de moeite waard om hem te verkopen. Maar je kunt hem wel met lage kosten doorrijden tot hij total loss wordt verklaard en rijp is voor de sloop. Deze methode werkt ook goed als je heel veel kilometers rijdt, waardoor de auto sneller in waarde daalt.
Investeren in een nieuwe auto is eigenlijk niet echt investeren. Je kunt er namelijk geen winst mee behalen. Maar je kunt wel de kosten die je maakt aan je vervoer zo beperkt mogelijk houden. Met deze 4 tips koop jij een geschikte nieuwe auto. Kun je weer lekker goedkoop een weekendje weg met de kids.